Hoe jouw bevalling zal verlopen, is van te voren niet precies te voorspellen. In grote lijnen kunnen we je wel vertellen wat je te wachten staat. We hebben alle fases van de bevalling voor je op een rijtje gezet. Hier lees je op welke twee manieren de bevalling kan beginnen en wat er in de verschillende fasen van de bevalling gebeurt.

Een bevalling kan op twee manieren beginnen: met weeën of met het breken van de vliezen.
Het verliezen van de slijmprop, al dan niet met een beetje slijmerig bloed, hoeft geen voorteken te zijn van een snel naderende bevalling.

Gebroken vliezen


In 10% van de gevallen breken de vliezen voordat de weeën beginnen. Als de vliezen gebroken zijn, hoeft dit niet te betekenen dat de weeën meteen beginnen. Breken de vliezen midden in de nacht, was het hoofdje van de baby bij de laatste controle ingedaald en is het vruchtwater helder? Ga dan terug naar bed en probeer nog wat te slapen. Meestal beginnen de weeën binnen 24 uur, maar het zou ook langer kunnen duren.
Laat ons in ieder geval overdag weten dat je vliezen gebroken zijn, vind je het fijn om in de nacht contact te hebben dan ben je natuurlijk ook welkom om ons te bellen.

Weeën


Ontsluitingsfase

Het eerste deel van de bevalling wordt de ontsluiting genoemd. In deze periode verstrijkt de baarmoedermond en gaat deze open. Dit gebeurt allemaal onder invloed van weeën. Weeën zijn samentrekkingen van de baarmoeder.

In het begin van de bevalling kunnen de weeën nog wat onregelmatig zijn. Je vraagt je soms dan ook af of dit het begin is. Vaak is het prettig om in deze periode je aandacht nog niet teveel op de weeën te richten. Probeer wat dingen te blijven doen, zodat je nog een beetje afgeleidt wordt. Als je merkt dat dat niet meer mogelijk is, kun je je meer gaan richten op ademhalingstechnieken en ontspanningsoefeningen. Dit is dan meestal ook de tijd om eens op de klok te gaan kijken om te zien of je ons al moet bellen. Als je het beginpunt van de bevalling voor je gevoel uitstelt is het vaak veel beter vol te houden. Vooral een eerste kindje heeft vaak tijd nodig.

Wanneer we bij je thuis komen, controleren we de harttonen van de baby en zullen we je tips geven voor het opvangen van de weeën. We kijken meestal of er al ontsluiting is. Dit gebeurt met een inwendig onderzoek. Als je hier problemen mee hebt, geef dit dan tijdens het spreekuur aan.

Afhankelijk van hoe ver het lijkt qua ontsluiting, zullen we samen met jullie een plan maken. Als het nog het begin van de bevalling is, zullen we je nieuwe belinstructies geven en spreken we een tijdstip af dat we weer langs komen. Zo kan het zijn dat we een aantal keer bij je thuis komen, voordat we besluiten te blijven of naar het ziekenhuis te gaan voor een poliklinische bevalling.

Hoe lang de ontsluiting duurt, is van tevoren niet te zeggen. Dit verschilt per persoon en hangt onder andere samen met de kracht van de weeën, of het je eerste of volgende kind is en hoe je eventuele voorgeschiedenis is. Het is belangrijk om tijdens de ontsluitingsfase regelmatig te gaan plassen.

Naarmate de ontsluiting vordert, zullen de weeën steeds vaker komen en steeds krachtiger worden. Het zal steeds meer aandacht vragen om ze op te vangen. Dit is een goed teken. Het betekent dat het einde van de ontsluiting nadert. Tegen het einde van de ontsluiting bellen wij in het geval van een thuisbevalling de kraamverzorgster, zodat zij ons kan assisteren tijdens de bevalling. Na de bevalling verzorgt ze jou en je kindje.

Kijk deze video om een indruk te krijgen van hoe het werkt met het krijgen van ontsluiting.

Nog wat tips voor het opvangen van de weeën:

  • Zoek een fijne omgeving
  • Zorg voor een rustige ademhaling
  • Wissel van houding
  • Probeer tussen de weeën door te ontspannen, mogelijk in bad of onder de douche; warmte is vaak fijn!
  • Het laten masseren van nek, rug, benen en/of voeten door je partner kan ontspannend werken

Uitdrijvingsfase

Zodra de baarmoedermond helemaal open is, heb je volledige ontsluiting (tien centimeter) en begint de uitdrijving. Je merkt dit doordat je persdrang krijgt; je voelt veel druk naar beneden en hebt tijdens de wee het gevoel dat je moet poepen.

Tijdens de uitdrijving worden de pauzes tussen de weeën vaak wat langer, zodat jij en de baby de tijd hebben om even bij te komen. In deze periode luisteren we na elke wee naar de harttonen van je baby, om de conditie goed in de gaten te houden. We hebben altijd een baarkruk bij ons tijdens de bevalling, zeker bij een eerste kindje maken we hier regelmatig gebruik van.

Bij een eerste bevalling moet de weg naar beneden nog gebaand worden. Tijdens het persen komt het hoofdje steeds een stukje dieper, maar zakt tijdens de weeënpauze ook weer iets terug. De uitdrijving duurt bij een eerste bevalling gemiddeld één tot twee uur. Bij een volgend kind gaat dat vaak veel sneller, meestal binnen een half uur.

Als de baby bijna geboren is, kun je een stuk van het hoofd zien. Als het hoofdje niet meer terugzakt, noemen wij dat het staan van het hoofd. Dit geeft een branderig gevoel. Probeer goed te blijven zuchten en te luisteren naar wat wij zeggen. Het kindje wordt dan waarschijnlijk de volgende wee geboren.

Soms kan het gebeuren dat het niet lukt om zelf de baby eruit te persen. Bijvoorbeeld omdat de weeën niet krachtig genoeg zijn of dat de ligging van het kind niet goed is. Dan dragen wij de bevalling over aan de gynaecoloog, die verdere actie zal ondernemen. We proberen er dan wel bij te blijven om je ook bij het laatste stukje te steunen.

Nageboortetijdperk

De baarmoeder wordt na de geboorte een stuk kleiner. Daardoor laat de placenta los van de baarmoederwand. Als de vaten in de navelstreng zijn uitgeklopt en je baarmoeder goed is samengetrokken, laten wij de placenta en de vliezen geboren worden. Hiervoor zullen we je een injectie met oxytocine toedienen. We controleren of de placenta en vliezen compleet zijn.

Ondertussen ligt het kindje lekker bij je op de borst. Als je borstvoeding wil geven proberen we de baby in het eerste uur na de geboorte aan te leggen. De eerste minuten na de bevalling bepalen we de Apgar-score. Dit is een score die de conditie van jullie kind weergeeft.

We letten dan op:

  • Hartfrequentie
  • Ademhaling
  • Spierspanning
  • Reactie op prikkels
  • Kleur van de huid

De maximale score is tien.

Vierde tijdperk

Dit is de periode waarin we kijken of er gehecht moet worden. Het hechten gebeurt meestal onder verdoving. Ook wegen we de baby en kijken of er lichamelijk bijzonderheden zichtbaar zijn. We testen een aantal reflexen zoals de zuigreflex, de grijpreflex van de handen en de loopreflex. Daarna wordt de baby getemperatuurd en aangekleed. Na de bevalling is het verstandig even goed te eten en drinken, voordat je gaat douchen. Daarna kan je kraamtijd beginnen!