Eind april 2021 heeft de multidisciplinaire werkgroep ‘COVID–19 en Zwangerschap’ het vaccinatie-advies aangepast en de volgende adviezen geformuleerd over vaccinatie tegen COVID–19 van vrouwen rondom kinderwens, zwangerschap en kraambed:
- De werkgroep adviseert gezonde zwangere vrouwen routinematig te vaccineren wanneer ze volgens de landelijke vaccinatiestrategie daarvoor in aanmerking komen.
- De werkgroep adviseert met nadruk aan vrouwen met onderliggende ernstige ziekte en die volgens de landelijke vaccinatiestrategie voor vaccinatie in aanmerking komen, zich te laten vaccineren,omdat de voordelen hiervan opwegen tegen de mogelijke nadelen.
- De werkgroep ziet geen bezwaar tegen vaccinatie van mannen of vrouwen in de preconceptionele periode bij een kinderwens of vruchtbaarheidsbehandeling.
- Hoewel de werkgroep bij voorkeur vaccinatie na het 1e trimester voorstaat, ziet zij vooralsnog geen bezwaar tegen vaccinatie in het 1e trimester en neemt zij aan dat toediening in deze fase van de zwangerschap ook veilig is.
- De werkgroep spreekt haar voorkeur uit om bij zwangere vrouwen en in het kraambed de vaccinatie met één van de mRNA–vaccins uit te voeren.
- De werkgroep is van mening dat vaccinatie kan plaatsvinden bij vrouwen die borstvoeding geven. Toekomstige studies moeten de veiligheid definitief bevestigen.
- Ongeacht de vaccinatiestatus blijven voor zwangere vrouwen net als voor anderen, de reguliere voorzorgsmaatregelen zoals handen wassen, afstand houden en het dragen van een mondneusmasker onveranderd bestaan.
Meer informatie over vaccineren in de zwangerschap is te vinden op RIVM.nl
Standpunt ‘Vaccinatie tegen COVID-19 rondom zwangerschap en kraambed’
Klik hier voor uitgebreidere informatie over onze coronamaatregelen op dit moment.